Professionals in Archeologische Prospectie
    
 
Home
Onze Specialisaties
ArcheoPro
 

Geofysische testlocatie Hof van Maarland

ArcheoPro zocht een locatie vlak bij het kantoor die kan dienen als test locatie om nieuwe apparatuur te testen, prospectief onderzoek onder speciale meetomstandigheden te doen en om nieuwe onderzoeksmethodes uit te proberen. De meeste terreinen die wij onderzoeken, worden na ons onderzoek bebouwd, dan kunnen we niet terug gaan om dingen uit te proberen. We hebben gezocht en een ideale locatie gevonden in de Hof van Maarland, een laatmiddeleeuwse boerderij die als Laathof (lokale rechtbank) gefunctioneerd heeft. De locatie ligt vlak bij ons kantoor. Deze site, die niet bebouwd gaat worden, is daarmee voor ons een ideale test site. Ook de eigenaar en pachter vinden het goed dat wij onderzoek doen op deze locatie.

Bureauonderzoek

Het onderzoek begon met een zoektocht naar een geschikte locatie. Een akker aan de zuidrand van het dorp Maarland bevat volgens de archeologische dossiers een middeleeuwse kapel en mogelijk een Romeinse tempel, gebaseerd op een oude melding uit 1865 (Habets 1865). Dat zou een perfecte testlocatie kunnen zijn. Doorzoekend in de archieven maken twee andere locaties vlak bij ook aanspraak om diezelfde middeleeuwse kapel te hebben. Op die twee andere locaties is eerder al onderzoek verricht waarbij inderdaad een middeleeuwse kapel en een middeleeuwse boerderij aangetroffen zijn. Hoe zit het dan met het door ons uitgezochte terrein? Verder onderzoek in publicaties levert een voorzichtige aanwijzing op dat mogelijk een laatmiddeleeuwse boerderij met laathof op ons testterrein gelegen heeft, genaamd de Hof van Maarland (Hartmann 1986). Deze laathof moet rond 1500 gebouwd zijn maar was in 1600 alweer verdwenen.

Van de Romeinse tempel wordt nergens melding gedaan, alleen een opmerking uit 1865 dat er misschien een romeinse voorganger geweest is (Habets 1865).

Het is belangrijk naar de locatie te kijken. Deze locatie is ideaal voor een boerderij. Het perceel ligt op de rand van het middenterras van de Maas, net iets hoger dan het laagterras aan de westkant. Ook past de locatie heel goed in het patroon van het wandelende dorp Maarland dat vanuit het zuidelijker gelegen Breust gesticht is. Uit historische bronnen is bekend (Hartmann 1986) dat Maarland in het gebied rondom ons onderzoeksterrein gesticht is als agrarische ontginningsnederzetting. Toen de agrarische ontginningen zich in noordelijke richting verplaatsten, schoof de kern van het dorp mee naar het noorden. De Hof van Maarland is daarbij afgebroken, vergeten en opgenomen in het agrarische perceel zuidelijk van de huidige kern van Maarland. Alleen de kapel bleef in gebruik, losgeweekt van het verplaatste dorp.

Van de Hof van Maarland zijn geen kaarten en afbeeldingen bekend. Er zijn wel kaarten waar de Remigiuskapel op staat. Deze kapel is in 1860 tijdens de aanleg van de spoorlijn verdwenen. De Tranchotkaart uit 1805 in onderstaande afbeelding laat bij B een gebouw zien dat kort bij de weg ligt. Bij A is een boomgaard aangegeven zonder aanwijzingen voor een gebouw.


(Tranchot 1805, Stichting Maaslandse Monografieën, 1971)

De kadasterkaart uit 1811-1832 (Eijsden-B1) laten de kapel duidelijker zien (Zie onderstaande figuur bij B). Volgens deze kaart ligt de kapel verder van de weg en heeft een andere oriëntatie dan het gebouw op de Tranchotkaart. De nauwkeurigheid van deze kadasterkaarten zijn over het algemeen beter dan de nauwkeurigheid van de Tranchotkaart. Deze kapel ligt ten zuiden van de huidige kern van Maarland en is een restant van de oorspronkelijk zuidelijke kern van Maarland. In perceel A zou dan de Hof van Maarland gezocht moeten worden.


(Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / Kadaster 1811-1832, Eijsden B01)

Ook moderne kaarten zijn bestudeerd, vooral om de recente verstoring vast te stellen. In die kaarten is te zien dat het perceel tot in begin jaren 80 een grasland met fruitbomen geweest is en daarna akkerland. Er zijn in de kaarten geen aanwijzingen gevonden dat er gebouwen gestaan hebben. Het terrein ziet er ongestoord uit, hetgeen het ideaal maakt als testlocatie voor onderzoeksmethodes.

Verkennend EM onderzoek

Als eerste is in maart 2020 een Electromagnetisch onderzoek gedaan op het gehele perceel van 1.5 hectare. Dit was een ochtend werk. Het resultaat is in onderstaande figuur weergegeven.

In de interpretatie hieronder is bij G in bruin een haakse structuur van hoge weerstand te zien, dit lijkt een gebouw. In blauw eromheen is een zone van lage weerstand te zien, waarschijnlijk een perceelsgrens. De andere structuren zijn van natuurlijke oorsprong of hebben met moderne landbouwactiviteiten te maken.

De locatie van de Hof van Maarland is ontdekt, de archieven zijn bevestigd. Uit de EM is geen detail te herkennen, daarvoor zijn andere onderzoeksmethodes nodig.

Als test zijn in februari en maart 2021 nog meerdere EM meetrondes op deze locatie uitgevoerd, onder diverse condities maar ook met hogere datadichtheid. Dit levert geen aanvullende duidelijkheid in de metingen op. EM is een verkennende onderzoeksmethode die niet bedoeld is voor details.

Magnetometer onderzoek

De magnetometer is een goede methode om onder andere baksteen muren op te sporen. Het deel waar de Hof van Maarland ontdekt is, is in maart 2020 met de magnetometer onderzocht. Het resultaat is in onderstaande figuur weergegeven.

Op de plaats waar de Hof van Maarland in de EM aangetroffen is, wordt wel wat magnetisch variatie aangetroffen maar een duidelijke structuur is daarin niet te ontdekken. Mogelijk ligt er wat baksteen of ijzer in de ondergrond.

De diepzwarte en witte vlekjes zijn oppervlaktemetaal zoals een blikje of kettinkje dat van een landbouwvoertuig gevallen is. Vooral langs de perceelsrand bij de openbare wegen is dat het geval. Dit wijst op afval dat van de weg in de randzone van het perceel terecht komt.

De magnetometer heeft geen beeld opgeleverd van muren. Hieruit is af te leiden dat de Hof van Maarland zeer waarschijnlijk geen baksteen muren gehad heeft.

Weerstandsmeter onderzoek

De weerstandsmeter is ideaal om muren op te sporen. Het deel van de Hof van Maarland is in maart 2020 met de weerstandsmeter onderzocht in een drogere periode waar de electrodes moeilijk contact maakten met de bodem. Het resultaat is in onderstaande afbeelding weergegeven.

In de weerstandsmeting zijn al meer details zichtbaar. De L-vormige structuur lijkt te bestaan uit een zuidelijk gebouw van 12 x 17 meter met een oostelijke uitbouw in noordelijke richting. De interpretatie is in onderstaande figuur weergegeven waarbij de muren als bruine zones weergegeven zijn. Aan de noordkant voert een wat rommelige strook een verbinding naar de weg. De aard hiervan is onduidelijk, misschien een verhard pad van het boerderijcomplex naar de weg.

We zien in de magnetometingen geen aanwijzingen voor muren maar wel in de weerstandsmeting. Daaruit kunnen we concluderen dat de muren niet van baksteen gemaakt zijn maar van kalksteen of zandsteen. Dit komt goed overeen met fragmenten Ardenner blauwsteen die verspreid over de akker terug te vinden zijn. De combinatie van magnetometingen en weerstandsmetingen geven zo extra informatie over de aard van de muren.

Detail weerstandsonderzoek

Om meer details te verkrijgen, is met de weerstandsmeter in maart 2021 een detailonderzoek gedaan in een blok direct rondom het gebouw van de Hof van Maarland. De metingen zijn op 50 cm afstand verricht, dat is gedetailleerder dan de 1 meter die normaal tussen de metingen zit. Ook is op drie dieptes gemeten namelijk op 50, 75 en 100 cm onder maaiveld. Het resultaat is een betere weergave van de muren in de ondergrond. Dit resultaat van de 75 cm diepte is in onderstaande figuur weergegeven.

 

April 2022

In april 2022 is een zelfde detail weerstandsonderzoek verricht aan de noordkant van het gebouw, dit naar aanleiding van de ontdekking van de bijgebouwen door middel van de drone opnames (Zie verderop op deze pagina). In de kaart rechts is het onderzochte gebied met een zwarte contour weergegeven.

Er is een blok van 30x30 meter onderzocht met een data afstand van 50 centimeter en met electrodeafstanden van 50, 75 en 100 cm. Dit zijn 4 keer zoveel datapunten in vergelijking met de meting van 2020 en 3 keer zoveel metingen per datapunt omdat op 3 dieptes gemeten is. In totaal is daarmee 12 maal zoveel data verzameld op ditzelfde onderzoeksgebied. Een dergelijk detailerend onderzoek duurt dan ook veel langer dan een onderzoek zoals het in 2020 uitgevoerd is. Het hele gebied zoals hiernaast weergegeven is, is in 2020 in 3/4 dag onderzocht. Het detailonderzoek in de zwarte onderzoekszone heeft een volle dag geduurt.

Het oppervlakte van de bodem was goed uitgeregend omdat het terrein 3 maanden braak gelegen heeft. Het oppervlak was droog maar direct onder de droge korst was de bodem vochtig. Er was daarom een zeer goed electrodecontact met de bodem, in tegenstelling tot de meting van maart 2020 toen de bodem door en door droog was en er zeer veel contactproblemen waren met de electrodes. Deze droogte problemen komen duidelijk tot uiting in de percentages foutmetingen. In 2020 was 1.8% van de metingen een foutieve meting. In 2022 was dit slechts 0.1%.

In de afbeelding rechts staat de meting uit 2020, afgeknipt op het terrein dat in 2022 gemeten is. Dit zou dus het resultaat van het onderzoek zijn geweest als in 2020 alleen dit 30x30 meter blok onderzocht zou zijn. De meetdiepte was destijds 75 cm. De kleurverdeling is gelijk gehouden met de kleurverdeling zoals het in 2020 ingesteld was.

Duidelijk is te zien dat aan de zuidrand het randje van het hoofdgebouw te zien is met het kleine bijgebouw dat geheel in de meting zit. Ook is te zien dat door het hele gemeten gebied er wat kleine punten in hoge en lage weerstand herkenbaar zijn. Het is heel lastig om dit te interpreteren als muren of andere structuren. Dat is in 2020 dan ook niet gebeurt. Deze zone is aangeduid als rommelige zone.

Het detailerende onderzoek van april 2022 is bedoeld om te onderzoeken of met hogere detailmetingen (12 maal zoveel metingen) deze kleinere structuren toch zichtbaar gemaakt kunnen worden.

In de afbeelding rechts is het 2022 resultaat van de 50 cm meting gegeven waarin met 50 cm meetafstand gemeten is. De kleuren zijn gelijkmatig verdeeld over alle meetwaarden zodat een vergelijkbaar beeld zichtbaar is als de meting van 2020.

In deze 2022 meting is het gebouw aan de zuidkant even goed herkenbaar als in de 2020 meting. Aan de noordkant waar de bijgebouwen liggen, zijn wel meer structuren zichtbaar zonder dat het heel duidelijk is. Wel is een heel duidelijke noord-zuid strepenpatroon zichtbaar. Dat is de richting van de grondbewerking door de landbouwer. De grondroerende activiteiten van de cultivator en de compacterende druk van de tractor, zorgen voor deze lineare structuren. De 50 cm meetdiepte bevat voor het grootste deel de ploegzone van 30 centimeter en is daarmee sterk beinvloed door de landbouwactiviteiten binnen deze 30 cm diepte.

Dit geeft aan dat de metingen zeer kort op elkaar liggen, de kleinste afwijkingen in de bodem zijn zichtbaar in de metingen.

Omdat we voor dit 2022 onderzoek geinterreseert zijn in de bijgebouwen, is in nevenstaand figuur de kleurverdeling zo opgezet dat alleen de lage weerstandswaarden in kleuren ingedeeld zijn. Het gebouw aan de zuidrand wordt daarom een blob van "alleen maar hoge weerstand", daar is dan ook geen structuur meer in te onderscheiden.

De structuren van de bijgebouwen zijn nu wel beter herkenbaar, zelfs tussen de landbouwsporen door.

In nevenstaand figuur is de 75 cm meting weergegeven van de 2020 detailmeting. In deze meting zijn alleen de lage weerstandswaarden weergegeven zoals bij de vorige kaart beschreven is. De structuren zijn nog altijd goed zichtbaar, zelfs iets beter omdat de landbouwsporen nu wat minder aanwezig zijn.

Om te onderzoeken wat het effect is van de hogere datadichtheid, is de dataset die met 50 cm afstand opgenomen is ge-resampled tot een 100 cm dataset. Simpelweg zijn uit de dataset 3/4 van de data verwijderd, we houden nog maar een kwart over. Dit kwart van de data is in de kaart hiernaast weergegeven met dezelfde kleurenverdeling als de vorige kaart.

Duidelijk is te zien dat de data veel vloeiender is, details vervagen en zijn minder scherp in het beeld herkenbaar. het algemene beeld is nog wel hetzelfde maar de details verdwijnen. Voor een interpretatie is het maar de vraag of deze bijgebouwen herkenbaar zouden zijn met deze ge re-sampelde metingen, zonder de voorkennis die we hebben uit de luchtfoto's (Zie verderop)

De afbeelding hiernaast is het 100 cm resultaat van het onderzoek uit 2022 waarin alleen de lage meetwaarden zichtbaar zijn in de hoge datadichtheid van 50 cm. De structuren zijn ook in deze meting herkenbaar maar ze zijn een beetje minder duidelijk, waarschijnlijk omdat de structuren niet zo diep onder de grond doorlopen.

In de figuur hiernaast is de verder verfijnde interpretatie gegeven van de Hof van Maarland met als onderliggende figuur de 75 cm meting van 2022 waarbij de lage weerstanden goed zichtbaar zijn.

In vergelijking met de vorige interpretatie is aangegeven dat het gebouw direct te noorden van het hoofdgebouw duidelijk andere muren/funderingen heeft dan de rest van de bijgebouwen. Dat is in de luchtfoto's niet te onderscheiden maar de geofysica laat duidelijk zwaardere en/of grotere funderingen zien. De rest van de bijgebouwen bevatten beduidend minder zware funderingen.

Dit moet in de gebouwen die er gestaan hebben ook een duidelijk onderscheid geweest zijn in het bouw en bouwmaterialen van deze bijgebouwen.

Er mag daarom geconcludeerd worden dat de hogere datadichtheid wel wat meer duidelijkheid gegeven heeft in de ondergrondse structuren. Deze hogere datadichtheid is dermate arbeidsintensief dat dit heel selectief ingezet moet worden.

Even kijken hoe ver we inmiddels gekomen zijn.

Hiernaast staan de resultaten van de EM metingen. Het hoofdgebouw is als blob van hoge weerstand goed te herkennen maar van de noordelijke bijgebouwen is eigenlijk niets in de metingen te herkennen. Dat is ook bekend van EM metingen dat dit heel globale metingen zijn waar geen details op te zien zijn.

Helemaal rechts staat de magnetometing van hetzelfde gebied gegeven. In 2020 was geconcludeerd dat de magnetometingen vooral een rommelig beeld had. Nu is te zien dat de magnetometingen wel een beetje iets van overeen komen met de bijgebouwen. Dit zal het volgende geofysisch onderzoek worden om een detail magnetometing te gaan doen op dit terrein om te onderzoeken of er met magnetometrie meer informatie te vinden is. Dat komt na het mais seizoen aan bod.

Het 30 x 30 meter vlak dat onderzocht is met de detail weerstandsmeting, is heel goed te zien op onderstaande oblique luchtfoto. Midden tussen de tractorsporen is midden op het veld een vierkant van iets donkere grond te zien. De looprichting van oost naar west (in de luchtfoto van boven naar onder) zijn duidelijk zichtbaar. Door het veelvuldig en intensief heen en weer lopen met de weerstandsmeter en de meetlinten, is de losse grond hier wat compacter aangelopen os tekent zich dat goed al in de luchtfoto. Dit is het beste met een schuine (oblique) luchtfoto te zien. In de ortho luchtfoto die recht van boven genomen is, is het 30x30 meter vierkant minder goed zichtbaar.

Oktober 2022

In oktober 2022 gaat het onderzoek naar de funderingen van het bijgebouw door. Wat is er aan de hand met de funderingen van het noordelijke bijgebouw? Het geofysisch onderzoek laat een gebouw zien in een L vorm bestaande uit een hoofdgebouw en een klein, haaks, bijgebouwtje aan de noordkant. De luchtfoto van april 2021 laat zien dat het bijgebouw veel groter is, veel verder doorloopt in noordelijke richting. Waarom is de fundering van dat duidelijk grotere bijgebouw niet zichtbaar in de geofysica? Wat wel opvalt in de luchtfoto is dat de funderingen van dat extra noordelijke deel dunner lijken dan de muren van het hoofdgebouw en het kleinere bijgebouw. Dit moet onderzocht worden.

Hetzelfde blok als bij het onderzoek in april 2022 wordt weer opnieuw met de weerstand meter onderzocht. De resultaten van het onderzoek zijn in onderstaande afbeeldingen weergegeven, alle kaarten hebben dezelfde uitsnede. Schuif weer met de rode bol heen en weer om de resultaten te vergelijken.

Luchtfoto 2021.
De dunne haakse muren zijn goed zichtbaar in de metingen. De tractorsporen zijn heel storend om het beeld goed te kunnen zien
   De originele weerstandsmeting uit maart 2020.
De hoge weerstand van de funderingen van het hoofdgebouw is aan de onderrand goed te zien maar de kleine muren zijn lastig te zien, eigenlijk alleen omdat we uit de luchtfoto weten dat ze er zijn, dat het herkenbaar is. Deze meting vond plaats in een droge periode. Het contact met de bodem was lastig, er waren veel fout-metingen. De metingen vonden plaats met een electrodeafstand van 100 cm en in een 100 x 100 cm raster.
  
De detail weerstandsmeting uit april 2022.
De weerstands meting wordt op 50, 75 en 100 cm uitgevoerd om te onderzoeken welke electrodeafstand , dus meetdiepte, de beste resutlaten oplevert. Hiervan is de 75 cm het duidelijkste. Deze is hieronder afgebeeld. De hoge weerstand van de funderingen van het hoofdgebouw is aan de onderrand te zien. De kleine muren zijn nog altijd lastig te zien. het eerste deel gaat nog wel maar het meest noordelijke deel van de schuur is nauwelijks herkenbaar. Ook nu herkennen we de funderignen alleen maar omdat we het weten. Deze meting vond plaats ook weer in een droge periode. Het contact met de bodem was lastig, er waren meerdere fout-metingen maar niet zoveel als in maart 2020. De metingen vonden plaats in een 50 x 50 cm raster, een hogere resolutie dus.
   De detail weerstandsmeting uit oktober 2022.
De weerstands meting wordt het een electrodeafstand van 75 cm uitgevoerd omdat dit eerder de beste resultaten opleverde. Alleen het deel van het noordelijke bijgebouw is gemeten, er is niet doorgemeten tot aan het hoofdgebouw. In tegenstelling tot alle eerdere weerstandsmetingen, zijn de kleine funderingen van alle delen van de noordelijke schuur nu overduidelijk zichtbaar. Deze meting vond plaats na een periode van regenval, de bodem is goed vochtig. Het contact met de bodem was goed, er waren nauwelijks fout-metingen. De metingen vonden plaats in een 50 x 50 cm raster.
  
De detail weerstandsmeting uit april 2022 resampled.
Om een echte eerlijke vergelijking te krijgen tussen de maart 2020 en de oktober 2022 meting, moet de meting van oktober 2022 geresampled worden op dezelfde 100 x 100 cm. Dit resultaat is hier onder weergegeven. In deze resampled data is duidelijk te zien dat de funderingen van de noordelijke bijbouw ook in deze meting niet herkenbaar is.
     
     

Het is duidelijk dat de bodemvochtigheid hier een rol speelt. Twee metingen in droge omstandigheden leveren geen goed interpreteerbaar beeld op terwijl de nattere meting een duidelijk beeld oplevert. De oorzaak zal waarschijnlijk gezocht moeten worden in het bodemcontact van de electroden van de weerstandsmeting. In droge omstandigheden is er meer ruis in de metingen en meer mismetingen die wegvallen. Hierdoor zijn de kleinere structuren lastiger herkenbaar en ook vele minder helder in de metingen aanwezig. Dit is goed te zien in de maart 2020 en april 2022 meting. Zodra het electrodecontact beter is in de nattere omstandigheden, wordt de ruis minder en komen de kleinere structuren helder in beeld.
Dit resultaat is verrassend omdat bij eerdere tests in het verleden, dit nooit zo scherp naar voren gekomen is. Het is bekend dat in droge omstandigheden de resultaten ruisiger zijn dan in vochtige omstandigheden maar niet zozeer dat daardoor structuren niet meer goed herkenbaar zijn. In dit geval van de Hof van Maarland zal dit waarschijnlijk aan de aard van de fundering liggen. De fundering van het hoofdgebouw met het kleine noordelijke bijgebouw zullen zwaar gefundeerd zijn, dikke funderingen. Deze funderignen zijn zo contrasterend, dat ze er, ongeacht droog of vochtig, er altijd wel uitspringen in de metingen. De funderingen van het noordelijke bijgebouw zal veel minder zwaar gefundeerd zijn. Het meetsignaal is daarbij veel zwakker en zal dan ook verdwijnen als er meer ruis in het signaal komt. Daar komt de sampledichtheid dan nog bij kijken. Voor dekleinere structuren zoals dit noordelijkste deel van de bijgebouwen, is duidelijk een hogere samplerate nodig.
Dit resultaat van het onderzoek is een duidelijke toevoeging op eerdere kennis over de resultaten van geofysisch onderzoek. Dit is bron voor vervolg onderzoek.


 

Luchtfoto's

In de archeologie worden luchtfoto's gemaakt om archeologische structuren ondergronds te herkennen. De archeologische structuren, als ze niet te diep zitten, beïnvloeden de groei van de gewassen, dit is te zien vanuit de lucht. Onze testsite Hof van Maarland is ook hiervoor een mooie testsite. Om de paar weken wordt een dronevlucht gemaakt boven de site om te volgen wat het gewas doet en hoe de archeologie zich in het gewas aftekent.

In maart 2020 is het terrein door de landbouwer bewerkt en is mais ingezaaid. In onderstaande twee foto's is links de situatie te zien direct na het inzaaien. De bodem is mooi egaal, de mais begint voorzichtig als kleine sprietjes te groeien. Er zijn geen structuren te zien die wijzen op de Hof van Maarland.
In juni 2020 is de mais goed aan het groeien zoals op de rechter luchtfoto te zien is. Het is een droge zomer. De groei van de gewassen samen met de droogte veroorzaken stress in de planten. Mogelijk groeien de maisplanten op de muren dan net iets minder goed omdat de muren minder voedselrijke grond hebben. In de rechter luchtfoto is te zien dat de mais ongelijkmatig groeit, er is duidelijk groeistress in de mais, maar van de archeologie is geen spoor te zien. De Hof van Maarland is niet herkenbaar.

In juli 2020 is de mais groot. De bodem is nog altijd droog, er is nog altijd gewas-stress maar de archeologie tekent zich niet af in het gewas. Ook de rest van het jaar tot de oogst in oktober is er niets te zien van archeologische sporen. In mais tekenen deze archeologische structuren zich niet af, de mais wortelt ondiep en lijkt daardoor niet gevoelig te zijn voor archeologische structuren in de ondergrond.

De drone waarmee we de luchtopnames gemaakt hebben.

Na de mais van 2020, is eind 2020 het terrein weer ingezaaid, ditmaal met wintergraan. In de linker luchtfoto hieronder uit februari 2021 is te zien dat het wintergraan nog heel klein is. De groei is langzaam, er is geen gewas-stress. Er is ook niets te zien van archeologische sporen. Ook in maart is op de rechterfoto niet echt iets te zien, het graan groeit wel een beetje maar dat gaat langzaam. De tractorsporen van de sproeipaden zijn goed zichtbaar, het gewas is nog klein (20 cm hoog).

In april 2021 is het plotseling anders. Het wordt een beetje warmer, het is langer licht, het gewas begint stevig te groeien. De weken voor het onderzoek waren erg droog en daardoor ontstaat gewas-stress. Vanaf de grond was goed te zien dat er kleine kleur verschillen in het wintergraan zijn, lichtere en donkerdere delen zijn vanaf de straat herkenbaar maar vanaf de straat is er geen patroon te herkennen. Een uitstekend moment voor een nieuwe drone-opname. Op 30 april 2021 laat onderstaande luchtfoto zien dat in de linker-onder hoek van het terrein duidelijk delen van het gewas een veel lichtere kleur hebben. De rest van het gewas op de luchtfoto is grotendeels egaal donkergroen. Het is duidelijk dat het gewas in een groeispurt zit, dieper wortelt en voedingsstoffen nodig heeft. Boven de muren van de Hof van Maarland zit minder grond, dus minder voedingsstoffen, zeker in de droge periode waarin deze luchtfoto gemaakt is. De sporen tekenen zich nu heel goed af, nu het gewas die grote hoeveelheid voedsel nodig heeft, het droog is en dieper wortelt.

Door de luchtfoto meer in detail te bekijken en de weerstandsmetingen van maart er over heen te projecteren, is goed te zien hoe de hoge weerstandswaarden perfect overeenkomen met de sporen in het gewas. (Sleep met de muis de rode bol heen en weer om de weerstandsmeting over de luchtfoto te schuiven.)

Dit komt heel strak met elkaar overeen. Het enige dat in de weg zit zijn de tractorsporen die pal over delen van het gebouw gaan. Door de compacterende werking van de tractorsporen, zijn de metingen in dit deel niet erg betrouwbaar en is op de luchtfoto's hier ook niets te zien. Bij een toekomstig onderzoek en luchtfoto liggen de tractorsporen misschien ergens anders en kunnen we het beeld nog completer maken.

De luchtfoto laat zelfs nog meer zien. Aan de noordkant zijn ook nog haakse structuren te zien die niet in de weerstandsmetingen herkend zijn. Deze zijn in de weerstandsmetingen niet herkend omdat de structuren minder sterk zijn maar als goed gekeken wordt naar het lagere spectrum van de weerstanden, is daar toch ook de rechthoekige structuur zwak herkenbaar. Waarschijnlijk zijn dit minder zwaar gefundeerde muren die in de weerstandsmeting minder sterk aftekenen dan de zware muren van het hoofdgebouw aan de zuidkant. Een vervolgcampagne zal dan ook een groter terrein inmeten en meer details gaan meten van het terrein.

De interpretatie van de luchtfoto is hieronder weergegeven. Omdat de muren, zowel de grote als de kleine, zich zo mooi aftekenen, mag geconcludeerd worden dat de muren vlak onder de bouwvoor zitten en niet afgedekt zijn met een dikkere laag.

In onderstaande luchtopname is goed te zien hoe de muren zich aftekenen in het groeiende gewas.

Het mooie aan het gebruik van meerdere onderzoeksmethodes, is dat met de resultaten van de ene methode, de andere methode geherinterpreteerd kan worden. In onderstaande figuur zijn de geïnterpreteerde muren uit de luchtfoto geprojecteerd over de weerstandsmeting. De weerstandsmeting is wat bewerkt waarbij alleen de lagere weerstandswaarden getoond worden. Het grote, zuidelijke gebouw is heel duidelijk maar nu ook alleen naar de lagere weerstandswaarden gekeken wordt, blijken een aantal van de lijnen in deze weerstandsmetingen overeen te komen met lijnen in de luchtfoto. Niet heel overtuigend, een deel van de haakse lijnen in de weerstandsmeting komen niet overeen met de structuren uit de luchtfoto's. Er is meer onderzoek nodig. Dit is in oktober 2022 uitgevoerd, zie het bovenstaande deel over de geofysica.

Vervolgens is de maand mei 2021 een heel natte maand. Op 17 mei 2021 wordt opnieuw een luchtfoto gemaakt, zie onderstaande afbeelding. De verkleuringen zijn weg, de Hof van Maarland is niet meer te zien in de gewassen. Er is voldoende vocht in de bodem om de voedingsstoffen bij de wortels van de gewassen te krijgen. Er is geen gewas-stress meer, de sporen zijn niet meer te zien.

 

Tot nu toe zijn alleen luchtfoto's getoond die recht van boven genomen zijn, de zogenaamde ortho luchtfoto's. Maar luchtfoto's kunnen ook onder een hoek genomen worden, dan zijn het oblique luchtfotos. Tot nu toe zijn bij dit onderzoek alleen ortho foto's gepresenteerd. In werkelijkheid is bijna iedere keer ook een rondje gevlogen waarbij ook oblique luchtfoto's gemaakt zijn vanuit verschillende hoeken. Dat dit zinvol is blijkt wel uit de opname van 30 mei 2021. In de ortho foto zijn de archeologische sporen van de Hof van Maarland nauwelijks te zien maar in de oblique luchtfoto zijn de muurstructuren heel goed herkenbaar. Dit is weer afhankelijk van de hoek van de foto opname want oblique foto's vanuit andere richtingen laten deze gewassporen beduidend minder goed zien. Dit speelt vooral als hoogteverschillen in gewas of bodem vastgelegd moeten worden. Door lichtschaduweing zijn deze in ortho foto's vaak minder goed herkenbaar als in oblique foto's onder de juiste hoek. In het geval van de Hof van Maarland tekent de archeologie zich af in de hoogte van het gewas en niet in de kleur van het gewas. Het loont dus om even een rondje te vliegen rond het studieobject om te kijken of onder een bepaalde hoek toch misschien bepaalde zaken wel of niet zichtbaar zijn.

Orto luchtfoto
Oblique luchtfoto 30 mei 2021

 

Luchtfoto's zijn leuk om mee te spelen. Hieronder twee luchtfoto's die vlak na elkaar genomen zijn op 16 respectievelijk 13 juni 2021.
De linkse foto is om 2 uur in de middag genomen als de zon ongeveer op zijn hoogste staat. Er zijn nauwelijks schaduwen zichtbaar, er zijn nauwelijks sporen zichtbaar van de Hof van Maarland.
De rechterfoto is genomen om 8 uur in de avond als de zon laag staat en lange schaduwen werpt. Door deze scherpe schaduw, zijn kleine hoogteverschillen in het gewas goed herkenbaar. Deze hoogteverschillen zijn ontstaan door groeiverschillen in het gewas, het eerdergenoemde gewas-stress. Deze tekent zich nu niet af in een andere kleur maar in een lengteverschil van de graanstengels. Dit lengteverschil is eigenlijk alleen zichtbaar bij slagschaduw. Te zien is dat een deel van de muren van de Hof van Maarland goed herkenbaar zijn. Het is niet zo overtuigend als de gewassporen van de droogte maar genoeg om te herkennen in een luchtfoto. (Gebruik de rode bol weer om de interpretatie er overheen te schuiven)

Middagzon, recht van boven, geen slagschaduw.    Avondzon, heel lage zon, slagschaduwing van links.
  

Het graan rijpt in juni, juli en augustus 2021. De kleur verandert van groen naar geel. In juli 2021 zijn er stortbuien met veel regen (Watersnood in Zuid-Limburg) en het graan slaat plat.

De luchtfoto van 13 juli 2021 laat nog niet veel zien maar de luchtfoto van 12 augustus 2021 laat een heel duidelijk beeld zien van de muren. Daar waar de muren in de ondergrond zitten, is het graan niet platgeslagen, overal anders wel. De verklaring is dat het graan boven de muren minder goed ontwikkeld is, de aren zijn minder zwaar waardoor het minder snel plat slaat. Overal anders ligt het graan plat door de zware aren. De overeenkomst tussen het overeind staande graan en de ligging van de muren van de Hof van Maarland is heel markant. Bekijk de schuivende foto maar waar de interpretatie over de luchtfoto geschoven kan worden.

Op 13 augustus 2021 wordt het graan geoogst en staat er geen gewas meer.

Op 19 augustus 2021 wordt een vlucht gedaan na het maaien om te kijken of de graanstoppels ook iets van een patroon laten zien dat met de archeologie verband heeft. Het resultaat is hieronder weergegeven. Er zijn donkere en lichtere plekken maar er is geen verband met de bekende archeologische structuren.


Het volgende gewas komt er op nadat er drijfmest op het land aangebracht is. Er komt een groenbemester, een combinatie van Faselia en Klaver. Deze groenbemesters groeien heel snel, mogelijk dat deze snelle groei resulteert in het aftekenen van de archeologische sporen in de ondergrond. In onderstaande twee luchtfoto's is de situatie te zien in het najaar van 2021.
In de luchtfoto links onder is te zien hoe op 14 september 2021 het veld erbij lag vlak na het inzaaien. De enige structuren die te zien zijn, zijn de zaaisporen en heel licht de oogstsporen van het wintergraan van de vorige gewasperiode.
Rechts is de opname van 7 november 2021 te zien waar de groenbemester 30 centimeter hoog is, De groenbemester is eind september-begin oktober razendsnel gegroeid. Het veld is egaal vlak, er zijn geen structuren zichtbaar. Bij gedetailleerde bestudering van de luchtfoto zijn ook in deze groenbemester de gewassporen van het vorige gewas te zien maar geen enkele herkenbare structuren die op de Hof van Maarland wijzen. Er is duidelijk geen gewasstress geweest, de grond was ook nat dus voldoende ruimte voor voedingsstoffen.
In oktober 2021 is ook nog een luchtfoto gemaakt met hetzelfde resultaat als de november opname, er zijn geen sporen zichtbaar en visuele waarnemingen tussendoor vanaf de weg hebben ook geen aanwijzingen opgeleverd van tussentijds plots verschijnende gewassporen. Omdat de echte bovengrondse groeifase van de groenbemester inmiddels voorbij is, mag geconcludeerd worden dat de groenbemester in deze natte najaarssituatie de archeologische sporen niet in gewassporen zichtbaar maak. Ondergronds gaat de groeibemester nog door met groeien. Mogelijk dat in deze volgende fase de archeologische sporen wel zichtbaar worden. We gaan het in de gaten houden.

   

 

Op 27 november en 22 december worden nog luchtfoto's gemaakt, daarop is ook niets te zien van archeologische sporen. De natte winter heeft bij dit gewas dus niet voor gewasstress gezorgd zodat er voldoende voedingsstoffen zijn geweest en er geen gewasstress opgetreden is. De archeologie is daarom niet zichtbaar.

Begin januari 2022 is het gewas met de cultivator onder de grond gewerkt. In de maanden januari, februari, maart en een deel van april heeft het terrein braak gelegen. De drone opname van 27 februari 2022 en 10 april 2022 laten geen sporen zien, alleen de tractorsporen van het landbouwgebruik zijn zichtbaar. Hieronder de luchtfoto van 10 april 2022.

 

Eind april 2022 wordt drijfmest op het terrein gereden waarna er mais wordt gezet. Op 3 mei wordt in de avond met strijklicht een drone opname gemaakt om te kijken of de verse groeven van de ingezaaide mais sporen achter laten, dit is niet het geval. Op 11 mei blijken de maisplantje te groeien, ze staan al 5 cm hoog. Er heerst droogte hetgeen voor groeistress in de jonge maisplantjes zou kunnen zorgen waardoor misschien de archeologische structuren zichtbaar worden. De orthofoto is niet goed leesbaar op archeologische sporen omdat de plantjes zijn nog te klein zijn en in rijen staan. Om het beperkte beeld van de orthofoto's weg te werken, worden enkele vluchten (vluchten 32, 33 en 34) ook met oblique foto's van verschillende hoogtes uitgevoerd om zo schuin de kleine plantjes in beeld te krijgen en misschien een groene schijn over het veld te krijgen. Zo kunnen eventuele kleurverschillen toch zichtbaar gemaakt worden. Deze kleurverschillen zijn er echter niet in de jonge maisplantjes. De groeistress in de mais maakt de archeologische structuren niet zichtbaar. Zodra de maisplantjes groter zijn, hoeven de obblique foto's niet meer verricht te worden omdat de plantjes voldoende dekkend in de orthofoto's zichtbaar zijn. Ook in al deze luchtfoto's, tot en met de rijping, is de archeologie niet zichtbaar in de mais. In september wordt de mais geoogst. Ook dit tweede maisseizoen laat geen archeologische sporen zien.

Half oktober 2022 wordt wintergraan gezaaid. De vlucht van 9 november 2022 laat 10 centimeter kleine graanplantjes zien. In de luchtfoto zijn geen archeologische sporen zichtbaar. Door de vochtige bodem is er geen sprake van groeistress in het jonge gewas. Dit wintergraan zal gevolgd worden op sporen van archeologie. Ook na de vorstperiode van november 2022 is op de vlucht van 26 november niets te zien. De vlucht van 27 december laat ook geen sporen zien.

In januari 2023 valt sneeuw. Dat biedt weer een mooie kans voor onderzoek. Op 22 januari is het veld geheel bedekt met sneeuw, de luchtfoto laat een mooie witte vlakte zien zonder enige archeologie, zelfs zonder gewas. Het enige dat te zien is, zijn de sporen van dieren die over de besneeuwde vlakte gegaan zijn.

Direct na de sneeuw valt de langzame dooi in. 's nachts vriest het, overdag een enkele graad boven 0. De sneeuw smelt grotendeel maar blijft hier en daar nog liggen. In het veld is vanaf de straatkant duidelijk te zien dat delen van het veld vrij van sneeuw zijn en dat andere delen nog een beetje sneeuw hebben. het beste beeld was op 24 januari maar toen kon ik niet vliegen. Op 25 januari in de ochtend was de sneeuw welliswaar meer gesmolten en was het vanaf de weg lastig te zien maar vanuit de lucht waren de structuren van de muren duidelijk te zien in de overblijvende sneeuw. Deze sneeuwsporen hebben niets met het gewas te maken maar met de bodem zelf. Doordat de muren/funderingen onder het oppervlak de koud van de vorst iets beter vasthouden, is de grond boven de muren net een tikje kouder en smelt de sneeuw daar net wat later.

.

In de luchtfoto's hierboven zijn de sneeuwsporen nog herkenbaar, zeker als de bekende interpretatie uit andere onderzoeken er overheen geprojecteerd wordt. Vooral de oblique luchtfoto (zie hieronder) laat de contouren van het hoofdgebouw goed zien, beter dan bij de orthofoto. Het hoofdgebouw bevat duidelijk meer massa steen en is dan ook heel goed zichtbaar. De bijgebouwen zijn minder goed herkenbaar. Het losstaande stukje (gebouw?) in het zuid-oosten komt ook als structuur in de sneeuw naar voren.

 

Op 27 februari volgt vlucht 42. Het is vochtig maar toch zijn er zwak kleurverschillen te zien die wel wat lijken op de gebouwen zoals we die kennen. Het gewas staat aan het begin van de groei. Dit ga ik de komende weken strak volgen.

 

Begin maart 2023, er gebeurt vanalles met het gewas. Het gewas is klink aan het groeien, er zijn veel voedingsstoffen en de bodem is vochtig. Ideale omstandigheden voor de groei. met dank aan de landbouwer voor de gewas infromatie, dat helpt mij heel goed begrijpen wat er allemaal gebeurt op het perceel.

Op 8 maart ontstaat een bijzonder onderzoeksmoment. het sneeuwt in de nacht terwijl de temperatuur rond de 0 graden is. Het is de afgelopen dagn altijd zo rond de 0 graden geweest, geen echt vorst, niet warm. De sneeuuwsporen van eind januari (vlucht 41) ontstonden op een zeer koude, bevroren ondergrond waarbij het verschil in warmtte/koude capaciteit van de funderingen versus de loss zich afspiegelde aan het oppervlak. Nu is die situatie anders, er is geen bevroren ondergrond, er zullen geen grote capaciteitsverschillen zijn rondom het vriespunt. De verwachting is dat de smeltende sneeuw dan ook niet of nauwelijks de archeologie zal laten zien. De sneeuw valt tot ongeveer 11 uur. Tijdens de sneeuwval wordt een opname gemaakt om 9 uur in de ochtend, de sneeuw is nat en papperig. Bij de locatie van de Hof van Maarland is wat meer sneeuw geconcentreerd. Omdat de ligging van de funderingen bekend is, zijn enkele structuren wel zichtbaar maar niet overtuigend genoeg om herkenbaar te zijn zonder vorokennis. Om 14 uur is het aan het dooien, de sneeuw is al weer grotendeels weg. Er zijn geen sneeuwsporen meer, er is niet genoeg koude capaciteit in de bodem om een dooiverschil te creeren. beide foto's zijn hieronder zichtbaar. De parameters om sneeuwsporen te laten ontstaan zijn dus zeer critisch, alleen als alles precies goed is, ontstaan sneeuwsporen, anders zijn ze niet zichtbaar.

 

Maar de luchtfoto van 8 maart 2023 om 14 uur laat wel wat anders zien (Zie hieronder links). De funderingen worden voorzichtig zichtbaar als lichtere verkleuring van het gewas. Dat is vooral goed te zien bij de kleine funderingen aan de noordkant van het gebouw. De grote funderingen zijn als lichtere verkleuring zichtbaar. Het gewas is nog zo vers dat de kleurverschillen nog klein zijn, niet te vergelijken met de opname van 30 april 2021, 2 jaar geleden toen het gewas donkergroen was en de kleurverschillen groter waren (Hieronder rechts).
We blijven monitoren hoe de gewasverkleuring zich ontwikkelt. Opmerkelijk is dat ondanks de voldoende voedingsstoffen en de vochtige bodem, het gewas boven de funderingen dus toch een verkleuring laat zien. De verkleuring is nog niet zo duidelijk als in april 2021. Daarmee lijkt het er op dat de droogte van de bodem en de voedingsstoffen in de bodem van minder invloed zijn op de archeologische gewassporen dan eerst verwacht. Maar we staan pas aan het begin van dit groeiseizoen, we volgen het om te zien hoe het gewas gaat reageren op de onderliggende funderingen.

8 maart 2023       30 april 2021
   

 

In de loop van maart en april 2023 worden de gewassporen steeds helderder en scherper zichtbaar, ondanks de vochtige bodem. De gewassporen uit 2021 lieten denken dat de droogte belangrijk was voor het zichtbaar maken van de sporen. Dit gewasseizoen blijkt dat ook in vochtige omstandigheden de gewassporen goed zichtbaar zijn. In mei wordt het droog, er valt geen regen meer. De gewassporen verdwijnen. In juni wordt weer een dubbele opname gemaakt met strijklicht en met licht van boven om na te gaan of er hoogteverschil is. Er is een klein hoogteverschil in de schaduwfoto te zien maar niet zo sterk als in 2021. Nu afwachten hoe dit groeiverschil zich aftekent in de rijping van het gewas.

We gaan door met luchtfoto's en volgen de archeologie op deze locatie met meer geofysisch onderzoek en luchtfoto's in combinatie met het gewas. Een heel leerzame locatie.

De tabel van luchtfoto's

Nr Datum Gewas Grondsituatie Temperatuur Sporen zichtbaar
1 19 maart 2020 Geoogst land, braak liggen Droog 13 Nee
2 7 mei 2020 Vers gecultiveerd en mais ingezaaid Droog 21 Nee
3 13 mei 2020 mais 5 cm hoog Droog 13 Nee
4 25 mei 2020 mais 5 cm hoog Droog 20 Nee
5 7 juni 2020 mais 30 cm hoog Vochtig na paar dagen regen 15 Nee
6 21 juni 2020 Mais 70 cm hoog Droog na natte periode 22 Nee
7 23 juli 2020 Mais 190 cm hoog Droog 28 Nee
8 24 januari 2021 Wintergraan 5 cm hoog Vochtig 1 Nee
9 14 februari 2021 Wintergraan 5 cm hoog Vochtig 5 Nee
10 23 februari 2021 Wintergraan 8 cm hoog Droog 16 Nee
11 26 maart 2021 Wintergraan 15 cm hoog Vochtig 13 Nee
12 30 april 2021 Wintergraan 40 cm hoog Droog 12 Ja, heel duidelijk
13 5 mei 2021 Wintergraan 40 cm hoog Vochtig 8 Ja, heel duidelijk
14 17 mei 2021 Wintergraan 45 cm hoog Vochtig 12 Nee
15 30 mei 2021 Wintergraan 45 cm hoog Vochtig 23 Een beetje
16 13 juni 2021 Wintergraan 50 cm hoog Droog 23 Avondopname, in strijklicht een beetje herkenbaar
17 16 juni 2021 Wintergraan 50 cm hoog Droog 28 Middagopname recht van boven, lastig zichtbaar.
18 2 juli 2021 Wintergraan 50 cm hoog Nat 22 Deels, wel met polarisatiefilter
19 13 juli 2021 Wintergraan platgeregend Nat 22 Moeilijk
20 12 augustus 2021 Wintergraan platgeregend Nat 22 Ja, heel duidelijk
21 19 augustus 2021 Graanstoppels Nat 22 Nee.
22 14 september 2021 Vers ingezaaid met groenbemester (Klaver en Faselia) Droog 25 Nee.
23 10 oktober 2021 Groenbemester 10 cm Nat 18 Nee.
24 7 november 2021 Groenbemester 30 cm Nat 12 Nee.
25 27 november 2021 Groenbemester 30 cm Nat 5 Nee. (Foto's met slagschaduw, geen cropmarks)
26 22 december 2021 Groenbemester 30 cm Nat -1 Nee. (Na 2 dagen vorst)
27 27 februari 2022 Gecultiveerd, open liggende grond

Droog

10 Nee.
28 10 april 2022 Braak liggend grond Droog 12 Nee
29 28 april 2022 Braak liggend grond

Droog

16 Nee.
30 3 mei 2022 Deze week ingezaaid mais Droog 14 Nee. Opnames in avond bij strijklicht.
31 11 mei 2022 Mais, 5 cm hoog

(zeer) Droog

25 Nee.
32 22 mei 2022 Mais, 10 cm hoog Droog na regendag 24 Nee.
33 1 juni 2022 Mais, 40 cm hoog

Vochtig

14 Nee.
34 19 juni 2022 Mais, 80 cm hoog Droog 24 Nee.
35 12 augustus 2022 Mais, 225 cm hoog

Droog

31 Nee.
36 8 september 2022 Mais geoogst Na na lange extreme droogte 21 Nee.
37 9 november 2022 Wintergraan, ingezaaid

Vochtig

14 Nee.
38 26 november 2022 Wintergraan, 10 cm hoog Na koude vorstperiode 8 Nee.
39 27 december 2022 Wintergraan, 10 cm hoog

Vochtig

8 Nee.
40 22 januari 2023 Wintergraan, 10 cm hoog Onder sneeuwdek 1 Nee.
41 25 januari 2023 Wintergraan, 10 cm hoog

Smeltende sneeuw

-1 Ja.
42 27 februari 2023 Wintergraan, 10 cm hoog begin groeiseizoen 4 Heel zwak n lichtere verkleuring, omdat ik het weet.
43 8 maart 2023, 9 uur Wintergraan, 15 cm hoog

Sneeuw tijdens dooi

0 Heel zwak door iets meer sneeuw, omdat ik het weet.
44 8 maart 2023, 14 uur Wintergraan, 15 cm hoog Vochtig 2 Zwak maar zichtbaar in de gewasverkleuring
45 15 maart 2023 Wintergraan, 20 cm hoog

Vochtig

6 Ja.
46 15 april 2023 Wintergraan, 35 cm hoog Vochtig 14 Ja, zeer duidelijk
47 30 april 2023 Wintergraan, 45 cm hoog

Vochtig

16 Nee
48 5 juni 2023 Wintergraan, 90 cm hoog Droog 24 Nee
49 9 juni 2023 Wintergraan, 90 cm hoog

Droog

29 Nee.

 

Oppervlaktekartering

Een goede archeologische onderzoeksmethode is de oppervlaktekartering waarbij zigzaggend over het te onderzoeken gebied gelopen wordt en alles wordt genoteerd en in een kaart heel precies ingetekend. Zo kan niet alleen een krat vol vondsten van het onderzoekgebied gehaald worden maar is ook te zien waar de concentraties van het vondstmateriaal is. Dit helpt weer bij de archeologische interpretatie.

 

Op het terrein van de Hof van Maarland is op 10 april 2022 een oppervlaktekartering uitgevoerd. In de kaart hiernaast is in licht paars het gekarteerde deel weergegeven. De paarse lijn zijn de gelopen banen die onderzocht zijn. Deze banen zijn met de landbouwrichting mee gelopen, gewoon omdat dit makkelijker lopen is. Dit is een totale afstand van ongeveer 2,5 km. De lijn is met GPS vastgelegd, ook alle vondsten zijn met GPS vast gelegd.

 

De vondsten zijn geanalyseerd en per vondstcategorie in eigen kaarten getekend. Deze kaarten zijn hieronder weergegeven.

De kaart rechts is de verspreidingskaart waar aardewerk aangetroffen is. Het aardewerk ligt min of meer gelijkmatig verdeeld over het hele gebied. Aardewerk is klein en licht en wordt makkelijk verplaatst met de ploeg en de tractor. Ook kan aardewerk met de bemesting op het onderzoeksterrein terrecht gekomen zijn.

Het is nog wat te weinig aardewerk om op aardewerk soort te gaan inzoomen. Mogelijk dat in de toekomst een nog meer gedetaileerde oppervlaktekartering meer aardewerk oplevert voor een gedetaileerdere analyse.

De kaart rechts is de verspreidingskaart waar vuursteen aangetroffen is. Vuursteen fragmenten komen in deze streek veel voor, de prehistorische vuursteenmijn van Rijckholt in het Savelsbos is nog geen 2 kilometer van deze onderzoekslocatie vandaan. Daarnaast ligt de onderzoekslocatie op de rand van het middenterras van de Maas. Dit is een bekende plaats waar ook al in de prehistorie nederzettingen gesticht werden omdat het een droge plek in het Maasdal is. Het is ook niet voor niets dat Maarland op deze plek ligt.

Er is te weinig vuursteen aangetroffen om te kunnen spreken van een prehistorische nederzetting, daarvoor zou de kartering meer gericht op vuursteen uitgevoerd moeten worden. Dit kan in de toekomst zeker interresant zijn.

De kaart rechts is de verspreidingskaart waar Ardennersteen aangetroffen is. Ardennersteen is een harde steensoort, grijs van kleur, ook wel Naamse steen genaamd. Fragmenten van Naamse steen liggen in het gehele onderzoeksgebied. In de kaart hiernaast zijn met lichtgrijs de plekken aangegeven waar maar een enkel fragment Naamse steen ligt. In zwart zijn de plekken aangegeven waar heel veel Naamse steen bij elkaar ligt.

Het is duidelijk te zien dat er een concentratie Naamse steen is. Die bestaat uit twee delen.

In de zuidwesthoek, precies de plek waar volgens de geofysica en de luchtfoto de Hof van Maarland lag wordt veel Naamse steen aangetroffen. We mogen dan ook concluderen dat in de Hof van Maarland gebruik gemaakt is van Naamse steen als bouwsteen.

In de noordwest hoek is ook een grote concentratie Naamse steen. Dit komt niet overeen met enig gebouw dat bekend is. Het komt ook niet overeen met de concentratie leisteen (Zie hieronder). Het is onduidelijk wat de oorzaak is van deze concentratie Naamse steen.

De kaart rechts is de verspreidingskaart waar leisteen aangetroffen is. Ook hier geldt weer hetzelfde als voor de Naamse steen. De lichtgroene puntjes zijn plaatsen waar een enkel fragment leisteen aangetroffen is, dit is verspreid over het hele onderzoeksgebied. De donker groene puntjes zijn de plaatsen waar veel en heel veel leisteen fragmenten bij elkaar liggen.

Leisteen is klein en licht en kan makkelijk met de ploeg en tractor verplaatst worden. De leisteen is veel mobieler dan de grote, zware brokken Naamse steen van de vorige kaart.

Ook deze kaart laat een duidelijke concentratie zien van de leisteen, nu vooral midden in het zuid westelijke deel.

Gezien de concentratie op de plaats waar we de Hof van Maarland weten te liggen, mag geconcludeerd worden dat de Hof van Maarland een leistenen dak had.

De kaart rechts is de verspreidingskaart waar baksteen fragmenten aangetroffen zijn. Dit zijn er maar enkele. Waar we de Hof van Maarland weten te liggen is op een plekje wat meer baksteen gevonden maar over het geheel ligt er weinig baksteen in het onderzoeksgebied.

We mogen concluderen dat in de Hof van Maarland weinig tot geen baksteen gebruikt is.

In de figuur hiernaast zijn de concentraties waar veel bouwfragmenten zoals Naamse steen, Baksteen en Leisteen aangetroffen zijn, gecombineerd met de interpretatie van de Hof van Maarland zoals dit blijkt uit de geofysische metingen en de luchtfoto's.

Duidelijk is te zien dat de ligging van de Hof van Maarland heel goed overeen komt met het zuidelijke deel van de concentratie. De vele Naamse stenen in het noorden komen niet overeen met bekende gebouwen. Waar dit vandaan komt, is niet bekend.

Ook opmerkelijk is dat de eerste aanwijzing uit het geofysisch onderzoek alleen wezen op het grote gebouw in het zuiden. Pas bij de luchtfoto's bleken er meer gebouwen ten noorden van dit grote gebouw zijn. De oppervlaktekartering bevestigt dit.

De spreiding van de vondsten en de vuursteen vertelt niets over de Hof van Maarland.

 

 

Conclusie

Archeologisch inhoudelijk heeft ons onderzoek hier een laat middeleeuwse boerderij-laathof aangetroffen waarvan de plattegrond door het onderzoek bekend is. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen hoofdgebouw en bijgebouwen die door de verschillen in de funderingen ook in de bouw en in het aanzien van de gebouwen verschillend uitgezien zullen hebben. De funderingen zitten kort onder de bouwvoor, de muren zijn van Ardenner natuursteen gemaakt en het dak was van leisteen. Voor een Romeinse tempel zijn geen enkele aanwijzingen gevonden.

Onderzoeksmethodisch is mooi te zien dat met iedere onderzoeksstap meer details naar voren komen. Daarin is duidelijk dat het moment van onderzoek belangrijk is, de vochtigheid van het terrein, het soort gewas, het moment van groei in het gewas, alles bepaalt of een bepaalde onderzoeksmethode succesvol is. Ook is goed aangetoond dat een combinatie van onderzoektechnieken belangrijk is. In onderstaande serie interpretaties is te zien hoe per onderzoeksmethode de archeologie in de ondergrond steeds gedetailleerder naar boven komt. Helemaal links weten we alleen dat er op het perceel iets zou moeten liggen maar zijn er geen gegevens van de ondergrond bekend. Helemaal rechts hebben we na EM, magneto, weerstandsmetingen, luchtfoto's en detailweerstandsmetingen een plattegrond met allemaal muren en details.

Er zijn nog wel vragen. Wat is het verschil tussen het zuidelijke deel en het noordelijke deel van het gebouw? In de geofysica en de luchtfoto's komen beide structuren op een geheel andere manier naar voren. Is het diepte of soort muren die minder goed in geofysica maar juist wel in luchtfoto's naar voren komen? Dit zijn de soort vragen waar we mee verder kunnen.

1 Bureauonderzoek
2 EM
3 Weerstand
4 Detail
5 Luchtfoto
6 Detail weerstand

Als geofysische onderzoeksmethode zijn hier ook de vier aspecten van een archeologisch-geofysisch onderzoek goed herkenbaar:

  • Contrast: De stenen muren in de klein grond leveren in de EM en weerstandsmetingen een goed contrast op en niet in de magnetometer onderzoeken.
  • Ruis: Doordat het terrein nooit bebouwd geweest is, is er nauwelijks verstoring
  • Patroon: De muren vormen een mooi patroon van haakse lijnen die goed herkenbaar zijn.
  • Vertaling: De gevonden structuren zijn goed archeologisch vertaalbaar naar een boerderij.

Vanuit de locale bevolking en de betrokken gemeente Eijsden-Margraten is veel belangstelling voor dit onderzoek. De lokale documentaire maken Peter Paquay heeft een item gemaakt in zijn serie "Typisch van Eijsden" over de Hof van Maarland. Klik op de onderstaande afbeelding om deze bijdrage op Youtube te bekijken.

 

Voor de toekomst staan nog meer onderzoeken op het programma en worden meer luchtfoto's gemaakt onder verschillende omstandigheden.

Zodra er weer nieuwe onderzoeksresultaten zijn, worden deze op deze webpagina aangevuld.

Dit onderzoek wordt door ArcheoPro als researchproject op eigen initiatief en kosten uitgevoerd. Wij zijn heel blij met deze testsite en hopen nog jaren hier onderzoek te kunnen blijven doen om meer te leren van de onderzoeksmethodes van zowel geofysica als luchtfoto's en van de locatie zelf natuurlijk.

Verwijzingen

  • Bloemers, T., 1978, In Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek Amersfoort, Jaarverslag 1978, Amersfoort.
  • Habets, 1865, In Publications de la Societe d'archeologie dans le duche de Limbourg, Tome II, Maestricht p 250-251.
  • Hartmann, J., 1986, De reconstructie van een middeleeuws landschap, Nederzettingsgeschiedenis en instellingen van de heerlijkheden Eijsden en Breust bij Maastricht (10e-19e eeuw), Maaslandse Monografieën Nr 44, Assen/Maastricht
  • Orbons, J., 2020, Hoogstraat, Maarland, Gemeente Eijsden, Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Geofysisch onderzoek, ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 20028, Eijsden.
  • Orbons, J., 2020, De wandelende Hof van Maarland, deel 1, Uit Eijsdens Verleden, Nr 157, Eijsden
  • Orbons, J., 2021, De wandelende Hof van Maarland, deel 2, Uit Eijsdens Verleden, Nr 158, Eijsden
  • Verhart, L., 1988, Bewoningsresten uit prehistorie en middeleeuwen te Oost-Maarland, gem. Eijsden (L). Uit Eijsdens verleden, Nr 43, Eijsden
  • Warrimont, J.P.,1979, Een opgraving in "de schietkelder" te Maarland, Uit Eijsdens Verleden, Nr 4, Eijsden

Dank aan de terreineigenaar en pachter dat we op deze locatie onderzoek mogen doen. Dank ook aan alle vrijwilligers (Nicole en Leon) en stagiaires (Gerbrand en Raf) die meegewerkt hebben aan het verzamelen van de gegevens.

  <Klik hier om terug naar de geofysica pagina te gaan>
Copyright © 2024              St. Jozefstraat 45, 6245 LL Eijsden             Tel: 043-3672586             www.archeopro.nl             e-mail: info@archeopro.nl